Bomen zijn onze redding
Laatst, op een snikhete dag waarbij je eigenlijk het beste niet kon bewegen, liep ik over een volkstuincomplex, op een pad dat opeens aan beide kanten hoge overhangende bomen had staan. Ik voelde zo duidelijk de koelte die deze reuzen creëerde en realiseerde mij opnieuw -nu dus vanuit ervaring!- wat bomen voor ons kunnen doen.
Nederland wordt droger en droger in de zomers. Er is op dit moment geen aanleiding om te geloven dat dit binnen enkele jaren opgelost zal zijn. Het wordt eerder nog erger. Wat kun je zelf hiertegen doen als je een stukje aarde in beheer hebt (genaamd tuin :o)) en houdt van tuinieren?
Structureel omgaan met droogte
Stel dat je -zoals ik- een tuin hebt op het zuiden, waar de hele dag zon op staat. Je kunt dan elke dag gaan sproeien, maar dat is niet heel duurzaam en helaas is je 300 liter waterton ook in no-time leeg. En volgens 10 Nederlandse drinkwaterbedrijven kunnen we binnen afzienbare tijd ook een tekort aan drinkwater verwachten (bron: NOS). Hoe kun je dan structureel iets doen?
Wat de permacultuur propageert voor een voedselbos, bleek ik intuïtief al gedaan te hebben in mijn eigen tuin: werk met verschillende plantlagen en laat de grond niet onbegroeid of onbedekt. Dat wil zeggen werk met verschillende hoogtes van planten en bomen. Daarnaast is elk stukje grond begroeid of er ligt een mulchlaag, waardoor de zon de aarde daar niet kan uitdrogen. Hiermee creëer je meer schaduw en hou je vocht vast in de grond.
Natuurlijk tuinieren: verschillende plantlagen
De permacultuur stelt dat je verschillende plantlagen in je voedselbos, (of voedseltuin) moet aanleggen om een zelfregulerend ecosysteem te creëeren. Het aantal plantlagen (ook wel vegetatielagen genoemd) verschilt per bron/medium. Maar concreet betekent het dit:
- Hoge bomen (kruinlaag) – dit zijn veelal notenbomen zoals walnoten of tamme kastanjes, maar ook lindes waarvan je het blad kunt eten.
- Laagblijvende (fruit)bomen en hoge struiken (tussenlaag), zoals kersenboom, appelboom, perenboom, hazelaar en vlier.
- Planten die tegen bomen en struiken opklimmen. (klimlaag oftewel een verticale laag), zoals hop en kiwibessen.
- Lagere struiken (struiklaag), zoals bijvoorbeeld bessenstruiken, bramen, frambozen en kweeperen.
- Kruiden, (kruidlaag/ laag van kruidachtigen), zoals daslook, bladvenkel, maar ook planten die geen kruid zijn, zoals bijvoorbeeld asperges.
- Inheemse planten die ervoor zorgen dat er sneller een ecosysteem gevormd wordt, zoals bosaardbeitjes (wijkers).
- Paddenstoelen en schimmels (paddenstoelen- en schimmellaag). Die ontstaan vanzelf.
Hou jij ook van natuurlijk tuinieren en wil je rekening houden met droogte, hou bodyandmind.amsterdam dan in de gaten. Deel 2 gaat dieper in op mulchen en komt er spoedig aan.
Wil je meer weten over het nut van bomen, lees dan deze blog van Manon