Natuurlijk genezen van dieren

Laatst had mijn hond een ontsteking. Een antibioticakuur had geen effect. Intussen zag het er niet goed uit bij haar teennagel. Haar vijfde teen was opgezwollen, rood en met wat pus. Mijn dierenarts gaf aan dat de ontsteking op een moeilijke plek zat en stelde voor om de teen te amputeren. Ik vond dat wat rigoureus en vroeg om nog een antibioticakuur. Toen dat niet hielp en ik mijn al wat oudere hond niet onder narcose wilde laten brengen voor een ontsteking, wist ik het even niet meer.

Alternatieve dierenarts

Ik ging op zoek naar een alternatieve dierenarts in Amsterdam en belandde bij dierenarts Caspar Broekhuizen. Mijn vraag was hoe we het zelfhelend vermogen van mijn Jack Russel konden vergroten. Hij zei dat we tijd nodig hadden. Dat leek me een goed antwoord en een afspraak was snel gemaakt.

Natuurlijke medicijnen

Allereerst stelde hij voor om mijn hond probiotica te geven. Na twee antibioticakuren was haar immuunsysteem behoorlijk van slag. Verder kreeg ik natuurlijke anti-bioticadruppels (All Septicum) mee en moest ze elke dag in een sodabadje. Ik moest elke dag twee maal smeerwortelzalf op de wond aanbrengen. Tijdens het consult kreeg mijn hond acupunctuur. Geen naalden, al doet hij dat ook, maar op de acupuntuurpunten kreeg ze een glazen flesje met de juiste remedies. De flesjes werden met tape vastgeplakt en konden hun werk doen. Caspar neemt altijd de tijd en zorgt er vooral voor dat de hond geen extra stress krijgt. Heel anders dan bij mijn eigen dierenarts. Daar krijgt ze meteen een muilkorf op, terwijl je ziet dat ze doodsbang is.

Tijd en geduld

Het heeft heel wat tijd en geduld gevraagd, maar ik had het ervoor over. Al mijn moederliefde kwam naar boven. En de teen is geheel genezen. Anderhalve maand later konden we het ritueel van schoonmaken, smeren en druppelen langzaam afbouwen. De ontsteking is helemaal verdwenen. Dankzij acupuntuur en kruiden.

Wil jij  je hond ook eens door een alternatieve dierenarts laten behandelen; kijk op alternatieve diergeneeskunde.

Photocredits: Petra van Vliet