Een grijze vogel op stelten
Je kent ze wel, die wat grijzige vogels op hoge stelten van poten, die boven op een lantaarnpaal zitten of in het lage water staan. Met zo’n mooi zwart pluimpje aan de achterkant van hun kop en een lange gele snavel. Dat zijn de blauwe reigers die ondertussen onze hele stad hebben veroverd. Ze maken tijdens het vliegen een soort oergeluid, wat me altijd aan vliegende dinosaurussen doet denken.
Grote familie van vogels
De reigers (Ardeidae) komen uit de orde van de roeipotigen. De blauwe reiger is dus niet de enige uit deze familie; de familie die bestaat uit 67 soorten vogels. Het is wel de meest voorkomende reigersoort in Nederland. Maar ook de grote zilverreiger, kleine zilverreiger, purperreiger, roerdomp, woudaap en kwak komen in Nederland voor en de groene reiger wordt soms als dwaalgast waargenomen (Bron: Wikipedia). De reigers leven in de buurt van ondiep water of een moeras. In Artis en in Park Frankendael zitten onder andere grote kolonies, die in de zomer hoog in de bomen nesten bouwen.
Wat eten ze?
Zoals het een echte stadsmens betaamt, vindt ook de Amsterdammer het superleuk om vogels te voeren. Dus in Park Frankendael zie je soms mensen die hele zakken brood leeg kieperen om vogels en eenden te voeren. Alleen is dit voor de blauwe reiger een gevaarlijke gewoonte. Vooral jonge dieren kunnen brood niet verteren. Het zijn namelijk echte vleeseters. Ze eten o.a. kikkers, salamanders, muizen en visjes. Dus als je gek van reigers bent en je wilt ze voeren, geef ze dan stukjes kip. Daar doen ze het wel goed op.
Wil je zelf een grote kolonie reigers in Amsterdam zien, dan kun je tussen de roze pelikanen en het nieuwe eiland voor de slingerapen in Artis je hart ophalen? Of in Park Frankendael in het watertje tussen de Hugo de Vrieslaan en het park. Deze statige steltlopers staan daar tussen de rietkragen, graag schouder aan schouder met de in het park wonende ooievaars. Dat levert mooie plaatjes op!