Volkoren veganistische sushi

We kennen ze allemaal wel, sushi van witte rijst. Maar wil je eens andere soort proeven? Probeer het eens macrobiotisch. Het is echt anders dan je gewend bent. Dat heeft te maken met de achtergrondgedachte: gebalanceerd, gezond en heerlijk eten, met de macrobiotische filosofie als leidraad. Sushi vormt daarbij een geheel en van de belangrijkste voedingsstoffen krijg je genoeg binnen.

Zelf maken

Bij het maken van veganistische sushi is de basis altijd:
o volkoren ronde rijst (verkocht als zilvervliesrijst rond, te koop bij biologische winkels;
o regionale groenten;
o een eiwitrijke vulling; gebakken tempeh of gerookte tofu;
o geroosterde nori. Deze kun je overal krijgen, supermarkt, toko en biologische winkel. Ze zijn tegenwoordig standaard al geroosterd.

Macrobiotische sushi is anders, omdat er andere, pure ingrediƫnten worden gebruikt en het gaat naast lekker eten ook over gezondheid. Met meer kennis over voeding, kun je voortaan zelf bepalen wat goed voor je is, los van alle beloftes op de catchy verpakkingen. Raak zo vertrouwd met de kwaliteiten van yin en yang die horen bij de macrobiotische filosofie. Ze helpen je de juiste, gebalanceerde keuze te maken met voeding en levensstijl.

Soorten sushi

Er zijn verschillende soorten, met als belangrijkste onderscheid het doel: eet je een dikke sushi (futomaki) als complete lunch op je werk of wordt het dunne partysushi (hosomaki)?

Van de partysushi kun je 8 stukjes snijden uit 1 rol. Je kunt bijvoorbeeld Californian, binnenste-buiten sushi maken met sesam of fijngesneden bieslook aan de buitenkant en de nori binnenin. Maar ook Noodle sushi met bruine rijst noodles, verkrijgbaar in verschillende kleuren. Doorgesneden zie je mooi de puntjes van de noodles.

sushi 3

Workshops

Vind je het leuk om onder mijn begeleiding macrobiotische sushi te leren maken? Ik organiseer regelmatig een workshop (3 uur). De workshop vindt plaats in leuke kookstudio’s en prachtige buitenlocaties in Amsterdam en Amstelveen. Kijk hier voor meer informatie.

 

Photocredits: Anneriek Holtermans